zondag 28 februari 2010

De Olympische Spelen

Volgens de Canadezen zijn de Olympische Spelen geslaagd!
En dat is niet het gevolg van de eerste gouden Olympische medaille ooit op Canadees grondgebied van de freestylende skiër Alexandre Bilodeau. Of van het eerste Noordamerikaans ijsdansgoud ooit (Tessa Virtue en Scott Moir). En ook niet van de emotionele, bronzen plak van Joannie Rochette bij het kunstschaatsen, die plots haar moeder verloor. Het positieve gevoel wordt ook niet overschaduwd door de dood van de Georgische "luger" en de hydraulische moeilijkheden bij het ontsteken van de vlam op de dag van de openingsceremonie, het gebrek aan sneeuw in Whistler of de haperende "Zamboni's" (de dweilmachines).
Nee, de wedstrijd waar het om gaat, de sport waar het land om draait, de gouden verwachtingen van alle Canadezen, de laatste finale van deze Spelen: dat gaat over mannen ijshockey. En Canada tegen de USA. Eerder in het toernooi verloor Team Canada van de Grote Buur, maar na de verrassend grote zege in de kwartfinale tegen de Russen, de historische aartsvijand, stegen de verwachtingen tot grote hoogte. Twintig seconden voor het einde van de officiële speeltijd, scoren de Amerikanen -verdorie- de gelijkmaker: 2-2....stilte in het land..... Canada gaat toch niet het goud door de neus geboord worden...  Er komt een verlenging van twintig minuten "overtime'. Wie het eerst scoort, wint. Een Golden Goal dus. Het wordt ongelooflijk spannend. Beide ploegen hebben kansen en verprutsen die. Na ongeveer 8 minuten echter valt echter het zwaard: de Canadese 22-jarige hockey-held Sidney Crosby maakt de verlossende treffer. GAME OVER! Wat een opluchting. Het land gaat uit zijn dak.
Toeterende auto's vullen de straten. Vlaggen overal. Ik ga met de metro naar het centrum om me in het feestgewoel te storten. Onder de grond is het vrij rustig, maar eenmaal buiten sta ik (ook) high-fives aan onbekenden uit te delen. Iedereen lacht, filmt, schreeuwt en toetert en fluit. Hoewel je op straat geen bier mag drinken, stap ik op een een kapot bierflesje. Er komt een slungelige jongen op me af die me mompelend iets vraagt. "Nee!", denk ik, "hoe weet hij dat ik Nederlander ben: ik heb geen hasj. Ik buig me iets voorover om precies te verstaan wat hij zegt (ik ruik een fraaie combinatie van Molson en Moosehead bieren). Oh, hij wil een sigaret. Pech voor hem. Het kruispunt Yonge en Bloor wordt om de paar minuten geblokkeerd door een grote groep roodwit uitgedoste jongeren die daar 5 minuten blijven springen. De politie kijkt van een afstandje toe. De wachtende automobilisten ook. Ik niet. Ik doe fanatiek mee. Wat een feest! In een flits zie ik Rensenbrink in gedachten toch scoren. De kleur blauw verschijnt op alle vlaggen. Ik hoor niks meer. Nederland is wereldkampioen!!
De Spelen zijn een succes.